Koninginnen en mannetjes ondernemen in de zomer met grote aantallen een “bruidsvlucht” waarbij de mannetjes de koninginnen bevruchten.
De mannetjes sterven na de bruidsvlucht en de koninginnen gaan nieuwe nesten beginnen.
Ze voeden zich met andere insecten en zoetigheid.
De nesten zitten vooral buiten onder de grond en in rottend hout.